Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

SDG 2: Geen honger

De pagina ververst bij het selecteren van een onderwerp.

Sla artikel navigatie over.

In gesprek met ... Karel van Westreenen, operationeel directeur bij Ameco

Al jaren verwerkt Ameco runderen tot hoge kwalitatieve rundvleesproducten. De laatste jaren ontwikkelt het bedrijf het concept van weiderundvlees. Sinds 2021 kan Ameco door aanpassingen in het productieproces en het kwaliteitsborgingsysteem deze weideganggarantie op grotere schaal afgeven. Hiermee komt ze tegemoet aan de toenemende consumentenvraag naar lokaal en diervriendelijk geproduceerd vlees. Maar werkt het bedrijf ook actief aan het versterken van de inkomenspositie van melkveehouders. Melkveehouders ontvangen namelijk een toeslag als zij runderen afleveren met een weidegangcertificaat. Volgens operationeel directeur Karel van Westreenen een mooie ontwikkeling voor de boer, de klant én Ameco. We gaan met hem in gesprek. 

Ameco en de VanDrie Group, dat oogt als een hechte samenwerking?

‘Mijn vader richtte in 2003 de Ameco (Amsterdam Meat Company) op. Als samenvoeging van een aantal kleinere vleesbedrijven ontstond het volume en de managementcapaciteit om goed in te kunnen spelen op klantwensen en de snel toenemende schaalvergroting in de sector. Dat leidde, na nieuwbouw in Apeldoorn in 2017, vervolgens in 2018 tot een deelname door de VanDrie Group. Deze deelname geeft Ameco in meerdere opzichten vleugels - financieel sterker, slagvaardiger in de handel, maar vooral het delen van kennis op het gebied van kwaliteit, dierenwelzijn, veiligheid en HR. Er is enorm veel synergie.

Karel van Westreenen

Bij Ameco verwerken we met name Nederlandse runderen. Dat zijn er inmiddels zo’n 2.800 per week. Daarnaast verwerken we wekelijks ongeveer 600 kalveren. Het vlees wordt als halffabrikaat geschikt gemaakt voor de Nederlandse vleeswarenindustrie, de retail, horeca en de convenience industrie. Dagelijks zijn nu zo’n 300 mensen bij Ameco werkzaam.

De deelname in Ameco past voor de VanDrie Group perfect binnen haar circulaire duurzaamheidstrategie en ketenintegratie. Zowel het kalf als de melkkoe aan het einde van haar melkgiftperiode, ontstaat bij de melkveehouder. Tussen de 20 en 30 procent van de Nederlandse melkkoeien wordt per jaar uit de melkproductie gehaald. Wij nemen een deel van deze dieren over om te verwerken. Nauwe samenwerking met de melkveehouder staat voorop. Wij weten dat melkveehouders goed zorgen voor het welzijn en de gezondheid van de melkkoeien. Het is aan ons om uiteindelijk mooie, smaakvolle producten te maken voor de retail, horeca en foodservice. Dat doen we met vakmanschap, respect voor het dier en met oog voor alle normen en waarden die gelden in de vleesverwerking. Wanneer je daar overigens de kalverhouderij, de zuivelactiviteiten en de diervoederproductie van de VanDrie Group aan toevoegt, zie je dat het bedrijf de eiwitketen optimaal tot waarde brengt.' 

Welke trends zie jij in de rundvleesmarkt?

‘Over de hele wereld neemt het belang van duurzame productieketens toe. Bedrijven worden steeds vaker ter verantwoording geroepen, maar veel bedrijven willen zelf ook verduurzamen. Dat geldt zeker voor ons. Zolang de wereldbevolking blijft groeien, zal de vraag naar dierlijk eiwit alleen maar toenemen. Wij zien dat het ‘Hollands weiderund’ aan die groeiende behoefte kan bijdragen.

De melkkoe wordt gebruikt voor haar melkgift maar het dier kan in tweede instantie ook als een voedzaam stukje vlees op een bord belanden. Na de slacht wordt 70 procent van het vlees een gehaktproduct. Het kan bijvoorbeeld in een slavink, gehaktschnitzel of in een hamburger terechtkomen. Het is heel smakelijk en mooi doorleefd vlees. De andere 30 procent betreft de zogenaamde ‘technische delen’, denk aan entrecote en ribeye. Mijn vader roept het eigenlijk al twintig jaar: “Je hebt die melkkoe en het is mooi dat je daar nog een stukje hoogwaardig rundvlees van kunt maken”. Dat we nu Hollands Weiderundvlees kunnen gaan leveren zie ik wel als een kroon op zijn levenswerk.’

Zolang de wereldbevolking blijft groeien, zal de vraag naar dierlijk eiwit alleen maar toenemen. Wij zien dat het ‘Hollands weiderund’ aan die groeiende behoefte kan bijdragen.

Karel van Westreenen

Hoe werkt de registratie van het weiderund en wat schiet de melkveehouder er mee op?

‘Het dier moet door de melkveehouder met een geldig weidegangcertificaat van de desbetreffende dierlocatie (UBN) bij ons worden aangemeld. Dat kan online maar ook via een eenvoudige app. Bij aanvoer kunnen we zo elk dier traceren en is het voor ons helder of het om een gewone koe of een weidekoe gaat. Weidekoeien zijn dieren die minimaal 120 dagen per jaar 6 uur per dag bij de melkveehouderij van herkomst in de wei hebben gestaan. Zij kunnen een weidegangcertificaat krijgen dat wordt uitgegeven door Stichting Weidegang. We hebben KIWA [een onafhankelijke certificeringsorganisatie] gevraagd om deze  procedure voor ons te borgen.

Het inkomen van de melkveehouder gaat er op vooruit. Wij betalen een standaardtoeslag van 10 cent per kilo op dieren met een weidegangcertificaat. En dat werkt, we zitten nu wekelijks op gemiddeld zo’n 800 à 900 runderen die met zo’n certificaat aangevoerd worden.’

Met deze dubbeldoelkoe creëren jullie een nieuwe standaard, waarom?

‘De prijs van vlees is de afgelopen periode sterk gestegen. Dat wordt met name veroorzaakt door stijgende grondstofprijzen. Daarnaast speelt de toenemende vraag naar Zuid-Amerikaans vlees door China waardoor minder rundvlees voor de Europese markt beschikbaar is. Tegelijkertijd zien we de melkprijzen stijgen, wat er toe leidt dat melkveehouders minder snel afscheid van hun koeien nemen. Ook al geeft een koe nog maar acht à negen liter melk per dag, dan nog biedt dat rendement. Hierdoor neemt het aanbod aan runderen nog verder af. Schaarste vertaalt zich in prijs. Het Hollands weiderund vormt dus een welkome aanvulling op het slinkende aanbod aan rundvlees. Daarnaast dragen we door het belonen van melkveehouders voor weidegang van hun vee bij aan hun inkomen én het verbeteren van dierenwelzijn.’

Wat voor ambitie hebben jullie met dit concept voor de toekomst?

‘Op dit moment leveren we ons Hollands weiderund voornamelijk aan de retail, maar nog niet aan de vleeswarenindustrie en horeca. Dat verwachten we wel binnenkort. De vraag naar lokaal en diervriendelijk vlees zal immers blijven groeien. Omdat we de kennis en de innovatiekracht in huis hebben, willen we die ontwikkeling met beide handen aangrijpen. Het draagt bij aan een optimale verwaarding van het dier ten behoeve van onze eigen Nederlandse voedselvoorziening.’