Duurzaamheid
Als ketenregisseur jagen we de transitie naar een duurzamere sector aan. Enerzijds door binnen onze productieketen in te zetten op de maximale verwaarding van het kalf, verduurzaming van onze producten, het gebruik van alternatieve grondstoffen en optimale benutting van reststromen en restwarmte in het voedselsysteem, waarmee we invulling geven aan de ambities voor een circulair landbouwsysteem. Maar bovendien door het toepassen van slimme technologieën en ontwikkelen van innovatieve oplossingen die emissies in de kalverhouderij terugdringen, waarmee we bijdragen aan de nationale klimaatdoelstellingen. Daarnaast investeren we in samenwerkingsverbanden met kennispartners en stakeholders voor het versterken van de keten. Zo zorgen we ervoor dat in elke schakel van onze keten steeds efficiënter gewerkt wordt, de impact op het milieu en de omgeving wordt verminderd en verspilling wordt voorkomen.
Optimaal verwaarden van kalveren
In de jaren ’60 van de vorige eeuw ontstond de Nederlandse kalversector. Met de groei van de melkveehouderij nam ook het aantal kalveren toe. Niet ieder kalf is echter geschikt voor plaatsing bij de melkveehouder, denk aan stiertjes, waardoor men op zoek ging naar een andere manier om deze kalveren tot waarde te brengen. Het verwaarden van kalveren is de basis van de VanDrie Group. Met respect voor de intrinsieke waarde van dieren geven wij onze volledige commitment om dieren zo goed mogelijk te verzorgen en alle delen van het kalf zo goed mogelijk te verwerken en te benutten. Ons streven is om elk vleesonderdeel, grondstof, reststroom of bijproduct optimaal te gebruiken. Het denken in kringlopen en het inzetten van reststromen is vanaf dag één verweven in ons beleid.
De coronacrisis zorgde ervoor dat het valoriseren van alle onderdelen in 2020 slecht verliep. De vraag naar producten geschikt voor de horeca en foodservice viel lange tijd volledig stil, tevens nam de vriesvoorraad daardoor sterk toe. De leermarkt stagneerde lange tijd, wegens tijdelijke sluitingen van looierijen. Hierdoor nam de voorraad van kalfsvellen toe en daalde de opbrengsten van deze producten.
De weg naar emissiereductie in de kalverhouderij
Kalverhouders moeten het energieverbruik en emissies, van met name ammoniak en methaan, tussen nu en 2030 snel fors terug te dringen. Huidige stalsystemen zijn hier echter niet op ingericht en passende technieken zijn onvoldoende voorhanden.
Binnen de Regio Deal Foodvalley werkt de VanDrie Group samen met agrarisch ondernemers, overheden, kennisinstellingen en het bedrijfsleven in de regio aan innovatie in de landbouw. Een belangrijk project in deze Regio Deal is emissiereductie in de veehouderij. Jan Workamp, verbonden aan het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij, is thematrekker van dit onderdeel. In de proeftuin Boer aan het Roer test hij samen met veehouders innovaties in de praktijk. In 2020 hebben veel veehouders zich hiervoor aangemeld. De kalversector was daarin goed vertegenwoordigd.
Jan Workamp: “Naar schatting komt zo’n 70% van de ammoniak op het kalverbedrijf vrij uit de mestkelder. Voor de kalversector is de grootste winst in ammoniakreductie dan ook te behalen in de stal. Daarvoor zijn systemen nodig die bijvoorbeeld mest en urine van elkaar scheiden zodat emissies niet ontstaan. Op dit moment zijn voor de kalversector alleen nog stalsystemen geregistreerd met luchtwassers. Hiermee wordt de uitgaande lucht gefilterd op ammoniak en geur, waar omwonenden en de omgeving profijt van hebben. Het is een end-of-pipe-oplossing. Het binnenklimaat in de stal verandert daarmee echter niet, terwijl daar ook veel winst mee te behalen is. Denk aan een gezonder werkklimaat voor de kalverhouder en een betere diergezondheid en dierenwelzijn voor zijn kalveren.
“Een integrale aanpak was een belangrijk criterium bij de selectie van de innovaties voor de proeftuin. Andere criteria waren haalbaarheid en betaalbaarheid, en bij voorkeur dat de innovatie toepasbaar is in bestaande stallen. In 2020 hebben we relatief veel aanmeldingen uit de kalversector gekregen. We zien een enorme bereidheid onder kalverhouders om mee te doen; er zijn er veel die zelf een idee aanleveren of het eigen bedrijf beschikbaar stellen als pilotbedrijf. Sommigen hebben zelfs al op eigen initiatief een bepaalde techniek ontwikkeld, die ze graag getest willen hebben.”
Voor het bepalen van emissies, zijn we verplicht om minimaal jaarrond metingen te doen in de stallen.
“Bij innoveren is de looptijd altijd een punt. We willen het vaak sneller dan het in de werkelijkheid kan. Voor het bepalen van de emissie zijn we verplicht om in de stallen minimaal jaarrond metingen te doen. We moeten weten welke reducties dat systeem onder verschillende weersomstandigheden, bij verschillende ventilatiecapaciteit, realiseert. Alleen zo weten we of een nieuw systeem daadwerkelijk de beloofde reductie van emissies oplevert.
In januari 2021 is de pilot ‘Ammoniakreductie Kalverstal’ van start gegaan, op een kalverbedrijf waar een innovatief systeem is geïnstalleerd. Gedurende geheel 2021 zal de ammoniakconcentratie op dit bedrijf worden gemeten. Dit gebeurt in samenwerking met Wageningen University & Research en Universiteit Utrecht. Daarnaast breiden we het aantal pilotbedrijven verder uit. Bedoeling is dat eind 2021 op vier kalverbedrijven metingen plaatsvinden.”
Lees meer: In 2020 was Marijke Everts, Director Corporate Affairs bij de VanDrie Group, was nauw betrokken bij het selecteren van de innovaties
Reductie uitstoot broeikasgassen
In het kader van de European Energy Directive (EED)-verplichtingen vond in 2020 bij Nederlandse VanDrie Group-bedrijven een energie-audit plaats. Een energie-audit is een systematische, vierjaarlijks controlemoment om informatie te verzamelen over actueel energieverbruik en de besparingsmogelijkheden van een onderneming. De VanDrie Group heeft in totaal elf vestigingen in Nederland. Voor zes Nederlandse vestigingen is een energie-audit uitgevoerd. De overige vijf vestigingen zijn gecertificeerd conform het milieuzorgsysteem ISO14001 + CO2-reductiemanagement en daarmee vrijgesteld van de energie-auditverplichting. Uit de EED-audit zijn diverse besparingsmogelijkheden naar voren gekomen die de bedrijven hebben geïmplementeerd in hun meerjarige investeringsplannen. Zo blijven we werken aan een meer efficiënte bedrijfsvoering en reductie van onze klimaatimpact. Onze Nederlandse vleesverwerkende bedrijven gaan komende jaren de benutting van restwarmte verbeteren. Dit moet er toe leiden dat de bedrijven in 2025 zo goed als gasloos zijn. Enige gascapaciteit zal vermoedelijk nodig blijven om calamiteiten of kritische processen op te vangen zoals het beheer van sterilisatiewater.
Duurzame grondstoffen
Voor de productie van onze diervoeders gebruiken we steeds meer restproducten. Een deel van de grondstoffen moeten we echter nog steeds primair inkopen. Hierbij kijken we nadrukkelijk naar duurzame opties. Leveranciers worden beoordeeld op onder andere duurzaamheids- en milieuprestaties. Vanuit onze rol als voedselproducent vinden we dat we daarin een verantwoordelijkheid hebben, maar ook omdat we zien dat meer maatschappelijke aandacht uitgaat naar het gebruik van bepaalde grondstoffen. Denk aan soja en palmolie. Wij sluiten onze ogen niet daarvoor: we zien het juist als aanmoediging om door te gaan met zoeken naar alternatieven, onze huidige grondstoffenstromen verder te verduurzamen en te communiceren over de keuzes die we maken.
Soja
Ongeveer vier procent van de voeding van kalveren bestaat uit sojaproducten. Het zijn hele goede plantaardige eiwitbronnen die voor kalveren goed verteerbaar zijn. Bovendien hebben sojaproducten een gunstig aminozuursamenstelling, passend bij de behoefte van kalveren aan verteerbare aminozuren. De sojaproducten die als grondstof dienen in onze kalvervoeders zijn bijproducten die vrijkomen bij de productie van sojaolie. Deze grondstoffen voldoen aan de Fefac Soy Sourcing Guidelines (FSSG).
Om ontbossing en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tegen te gaan en tegelijkertijd de positie van boeren in de productiegebieden van soja te verbeteren, zijn diverse initiatieven opgezet voor het gebruik van verantwoorde soja. RTRS is daarvan een belangrijk voorbeeld. RTRS staat alleen soja toe waarvoor geen ontbossing heeft plaatsgevonden. Het percentage soja met een RTRS- of ander certificaat wordt geschat op 2 procent wereldwijd. De Nederlandse diervoedersector waar de VanDrie Group onderdeel van uitmaakt, verwerkt soja volledig volgens deze verantwoorde soja-normen. Hiermee loopt onze sector wereldwijd voorop in duurzame sojasourcing.
Palmolie
Olie en vetten zijn een belangrijke energiebron in onze voeders, zij leveren het essentiële vetzuren (linolzuur en linoleenzuur) die niet zelf door een dier kunnen worden aangemaakt. Deze essentiële vetzuren helpen vervolgens bij de opname van vitamines en zijn dus onmisbaar om een goede gezondheid van kalveren te borgen. Belangrijke grondstoffen zijn palmolie en afgeleide palmolie producten.
Voor de Nederlandse productie en afzet, alsmede de Duitse afzet en enkele klantgerichte eisen kopen we traceringscertificaten conform de richtlijnen van het Nevedi Convenant Duurzame Palmolie in Nederland. Deze traceringscertificaten kopen we van een producent die deze palm en palm afgeleide producten heeft geproduceerd volgens de principes en criteria van Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO).
Naast dat we traceringscertificaten inkopen als onderdeel van het Nevedi-Convenant, werken we samen met onze leverancier Olenex (onderdeel van Wilmar) aan het project Mariposa. Mariposa is een fonds waar bedrijven op basis van de volumes palmolie die ze kopen, geld doneren. Met dat fonds zet het Wilmar sustainability team, namens Olenex, in Latijns-Amerika projecten op waarmee palmolieboeren worden geholpen om te verduurzamen. Zo willen we ook onze impact lokaal vergroten. Eén van de projecten is WISSE, dat eind 2019 werd afgetrapt. Tijdens een driejarig programma worden meer dan 1.800 kleine boeren in Latijns-Amerika opgeleid om duurzaam ondernemer te worden. De deelnemers krijgen opleidingen aangeboden om duurzame, kleinschalige palmolieteelt te combineren met natuurbehoud. Ook worden deelnemers begeleid om hun productie te certificeren volgens de strenge duurzaamheidscriteria van de RSPO of de International Sustainability and Carbon Certification (ISCC)-systeem.
Kringlooplandbouw en circulaire economie
De voorspelling is dat de wereldbevolking in 2050 bijna tien miljard mensen telt. Willen we hen op een verantwoorde manier voeden, dan moet onze voedselproductie beter in balans zijn met de natuur zodat we de aarde niet uitputten. Het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zet in op een omschakeling naar kringlooplandbouw. Dit is een stelsel waarbij akkerbouw, veehouderij en tuinbouw in de eerste plaats grondstoffen gebruik uit elkaar ketens en restromen uit de voedingsmiddelenindustrie en voedingsketens.
Door ketens te verbinden, werken de bedrijven van de VanDrie Group op diverse manieren aan het realiseren van een efficiënte kringloop. Zo zijn de grondstoffen die we betrekken voor onze diervoeders voor een aanzienlijk deel rest- en coproducten van verschillende zuivel- en voedselproducenten. Onze kalvermelk bestaat voor ongeveer 80 procent uit reststromen zoals wei, magere melkpoeder en permeaat (reststromen uit de zuivel- en kaasindustrie). Daarnaast vormen nevenproducten ook een belangrijk aandeel in de muesli die kalveren eten. Deze producten zijn voor circa 30 procent afkomstig van restromen uit de akkerbouw (graanverwerking en oliehoudende zaden) en de voedingsmiddelenindustrie. Bij het selecteren van grondstoffen, proberen we deze zo lokaal mogelijk te betrekken. Met een aandeel van 80 procent betrekken we het overgrote van onze grondstoffen uit Europa. Ruim een derde van de grondstoffen is afkomstig van binnen een straal van 250 kilometer rondom onze voederproductielocaties.
Een duurzame landbouw betekent veel voor het boerenerf en de kalverhouders waarmee we samenwerken. In 2020 hebben we een duurzaamheidsscan uitgevoerd bij onze Nederlandse contractkalverhouders. Verschillende indicatoren zijn in kaart gebracht: het gebruik van water, energie, land, warmteopwekking en productie van mest. De gegevens die hieruit voortkomen, zullen wij gebruiken om kalverhouders te informeren over gemiddelden, zodat zij hun inspanningen kunnen vergelijken met andere kalverhouders. Ook dient dit als stimulering tot het nemen van verdere verduurzamingsstappen. In de toekomst zullen we deze duurzaamheidsscan vaker uitvoeren om de voortgang inzichtelijk te maken.
De duurzaamheidsscan maakte duidelijk dat op dit moment 25 procent van de energiewinning op de houderij via zonnepanelen plaatsvindt tegen 75 procent van energieverkrijging via netverstrekking. Dit betekent dat een aanzienlijk dakoppervlakte beschikbaar is voor zonne-opwekking. Onder het mom van ‘liever op dak dan in de weide’ blijft het belangrijk dat goede ondersteuningsmiddelen beschikbaar zijn voor kalverhouders om de overstap naar duurzame energieopwekking op het dak te realiseren.
Via de duurzaamheidsscan weten we nu op welke verschillende wijzen mest wordt aangewend of verwerkt. 26 procent van de geproduceerde mest wordt gebruikt voor de bemesting van eigen akkers die kalverhouders in beheer hebben, 25 procent van de geproduceerde mest gaat naar derden zoals akkerbouwers in de buurt. De overige 49 procent gaat naar mestverwerkingsinstallaties, zoals Stichting Mestverwerking Gelderland (SMG). SMG bewerkt inkomende kalvergier waarna de producten hiervan worden afgezet als mest voor akkerbouwbedrijven in binnen- en buitenland en als grondstof dienen voor mestkorrelvervaardigende bedrijven. De uitdaging blijft om te zorgen dat we impact op het milieu steeds verder verkleinen. Daarom doen we blijvend onderzoek naar nieuwe verwerkingsmogelijkheden en technieken. Zo zijn we in 2020 met de Technische Universiteit in Eindhoven begonnen aan het onderzoek ‘No Time to Waste’. Dit onderzoek is gericht op het ontwikkelen van slimme membranen die selectief stikstofcomponenten uit waterige meststromen kunnen halen. Hierdoor kan de stikstofuitstoot uit de stallen aanzienlijk worden verminderd. Bovendien is het hierdoor mogelijk om de waardevolle mineralen uit meststromen in de juiste, gewasspecifieke verhoudingen aan te bieden waardoor het uitspoelen hiervan naar grond- en oppervlaktewater minimaal is.
Verminderen van afval
Zowel in onze food- als feed-activiteiten wordt veelvuldig plastic gebruikt als verpakkingsmateriaal. Deze verpakkingen dienen om de kwaliteit van producten zo lang mogelijk goed te houden en de houdbaarheid van producten te verlengen. Zonder kunnen we helaas niet. Wel zoeken we continu naar manieren waarop we de hoeveelheid plasticafval in onze keten kunnen reduceren. Bij onze diervoederbedrijven zien we dat het helpt als klanten producten in bulk ontvangen in plaats van in zakgoed. In 2020 is het aandeel bulk gestegen, wat leidde tot 19 procent vermindering van afval bij onze Nederlandse diervoederbedrijven ten opzichte van 2019.
De bulkleveringen hebben als bijkomend voordeel dat de logistiek efficiënter wordt. Bulkwagens rijden namelijk met compartimenten zodat verschillende ladingen tegelijkertijd vervoerd kunnen worden. Een toename in bulkleveringen leidt daardoor tot een afname in het aantal gereden kilometers. In 2021 willen we onze afvalstromen bij de bedrijven beter inzichtelijk maken om verdere vooruitgang te boeken in onze ambitie om afval te verminderen. Meer weten over hoe we samenwerken op het gebied van logistiek? Check dit.