In gesprek met ... Melkveehoudster Eline Vedder
We moeten naast voedsel-veiligheid ook oog hebben voor voedsel-zekerheid
Melkveehouders Eline (43) en Alben (51) runnen samen een gezinsbedrijf met 75 melkkoeien met bijbehorend jongvee in het Drentse Ruinerwold. Eline is Tweede Kamerlid voor het CDA. Hiervoor was zij LTO-bestuurder en als voorzitter van de themagroep diergezondheid en dierenwelzijn heeft zij actief meegewerkt aan het routeplan ‘Goede zorg voor het kalf’ dat in 2022 is gelanceerd. Dit plan is het eerste gezamenlijke plan van de melkvee- en kalversector. Twee sectoren die onlosmakelijk verbonden zijn binnen het voedselproductiesysteem als het gaat om melk en vlees.
Hoe kijk je als melkveehoudster aan tegen de kalverhouderij?
Eline: ‘’Als melkveesector kunnen we niet zonder de kalverhouderij. Deze sectoren zijn één op één met elkaar verbonden. Het is dan ook niet meer dan logisch dat we als sectoren meer gaan samen werken. Als melkveehouder is het belangrijk dat wij onze kalveren ook in de toekomst op een verantwoorde manier af kunnen zetten. Zonder kalf, geen melk. Daarbij moeten we zeker niet vergeten, dat de Nederlandse kalverhouderij niet zonder de aanvoer kan van gezonde en sterke kalveren uit de regio.’’
Hoe ziet jullie eigen melkveebedrijf eruit?
‘’We zitten hier op een ruilverkavelingsbedrijf in een open agrarisch landschap. Mijn schoonouders zijn hier vanuit Meppel in 1991 neergestreken. Om ons bedrijf ligt 42 hectare, voornamelijk grasland. Met onze 75 melkkoeien is onze bedrijfsvoering extensief. We passen dan ook veel weidegang toe. De melk leveren we al jaren aan FrieslandCampina. Grote toekomstplannen hebben we op dit moment niet. We boeren hier de komende jaren met plezier verder, waarbij we zo veel mogelijk rekening houden met onze omgeving. We hebben daarnaast diergezondheid en dierenwelzijn hoog in het vaandel staan binnen onze bedrijfsvoering.’’
Als melkveesector kunnen we niet zonder de kalverhouderij. Deze sectoren zijn één op één met elkaar verbonden.
Naast dat je samen met je man een melkveebedrijf hebt was je ook bestuurlijk actief?
‘’Ja, dat klopt. De afgelopen jaren heb ik verschillende bestuursfuncties opgepakt. Zo heb ik in de districtsraad gezeten van FrieslandCampina en was ik lid van de landelijke vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland en Statenlid in het Drentse Parlement. En sinds mei 2023 zit ik in de Tweede Kamer als kamerlid voor het CDA. We staan met z’n allen voor grote vraagstukken als we het hebben over de toekomst van de landbouw in Nederland. Persoonlijk vind ik het een prachtige sector, waaraan ik graag een bijdrage lever in welke vorm dan ook.’’
Welke thema’s spreken jou als melkveehoudster en bestuurder aan?
‘’Binnen de LTO-vakgroep was ik verantwoordelijk voor de thema’s klimaat en dierenwelzijn. Het is belangrijk dat alle lopende thema’s in de landbouw integraal meegenomen in de besluitvorming. Vanuit de maatschappij neemt de druk toe als het gaat om het op een verantwoorde manier houden van dieren en produceren van voedsel. De veehouderijsector ligt onder een vergrootglas. Dus het is meer dan wenselijk dat wij als melkveehouderij en kalverhouderij samen laten zien dat wij op een verantwoorde manier elke dag weer voldoende, lekker, voedzame zuivel- en vleesproducten produceren.’’
Welke rol kan het routeplan ‘Goede zorg voor het kalf’ waar je aan werkte bij LTO daar in spelen?
“Het plan is uniek. Het is namelijk het eerste plan dat door de melkvee- en kalversector samen is opgesteld. Wij hebben als melkvee- en kalversector te maken met verschillende vraagstukken op het gebied van diergezondheid, dierenwelzijn, circulariteit, bodemkwaliteit, klimaat, water en biodiversiteit. Beide sectoren voelen de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de kalveren goed verzorgd worden door de gehele keten heen. Met dit plan proberen we daar invulling aan te geven met alle ketenpartijen samen.’’
Het is namelijk het eerste plan dat door de melkvee- en kalversector samen is opgesteld.
Wat was de aanleiding en welke (keten) partijen spelen hier een rol in?
‘’Het plan is eigenlijk de start van een dialoog met de LTO-achterban, overheid en maatschappij. Er zijn tal van thema’s, zoals dierenwelzijn, antibioticumgebruik, transport en voedselveiligheid, waar iedereen wat van vindt. Met alle ketenpartijen, melkveehouderijsector, kalversector, veehandel- en transport, is dit routeplan opgesteld om tot een verdere verbetering te komen van de zorg voor het kalf. Ook de VanDrie Group heeft hier als partner van LTO een belangrijke bijdrage aangeleverd. VanDrie Group is een grote organisatie met veel draagkracht in de kalversector en beschikt bovendien over veel kennis en kunde.’’
Wat betekent dit plan in de praktijk voor jou als melkveehouder?
‘’Een intensievere samenwerking tussen beide sectoren draagt bij tot een hogere gezondheidstandaard. Dat is één van de belangrijkste speerpunten. In de praktijk betekent dat we nog meer aandacht hebben voor de gezondheid en het welzijn van het kalf. Via het Kalf Volg Systeem kunnen wij de ontwikkelingen van het kalf door de hele keten heen volgen. Als melkveehouder weten we dat een goede start heel belangrijk is. Het begint bijvoorbeeld al met het verstrekken van regelmatig en voldoende biest. We proberen de opfok steeds beter af te stemmen op de omstandigheden binnen de kalverhouderij. Dit is niet alleen prettig voor het dier zelf, maar dat betekent ook dat de kalverhouder een gezonder en vitaler kalf krijgt. Onze kalveren blijven nu 14 dagen op het bedrijf. Er wordt gesproken om deze kalveren langer aan te houden, namelijk 28 dagen. Het verlengen van deze periode heeft consequenties voor de melkveehouders. Dat vraagt om meer huisvesting, meer voer en meer arbeid van de melkveehouder. De afstemming tussen beide sectoren wordt nóg belangrijker. We gaan hier ons als sector melkveehouderij samen met de kalverhouderij nu op voorbereiden.’’
Je noemde net het Kalf Volg Systeem op. Wat houdt dat systeem in?
‘’Dit systeem is niet alleen belangrijk voor de transparantie in de keten, maar de verzamelde kennis door de gehele keten heen levert ook een belangrijke bijdrage aan het verbeteren van de zorg. De verschillende fasen en data; van fokkerij, geboorte op het melkveebedrijf, transport, verzamelcentra en de kalverhouderij worden door het Kalf Volg Systeem inzichtelijk gemaakt. Gezondheid en weerbaarheid van het kalf spelen daarin een belangrijke rol. Met deze kennis hebben we samen nieuwe doelen voor de toekomst geformuleerd om de weerbaarheid en de gezondheid van het kalf te verhogen.’’
Hoe draagt de melkveehouderij bij aan een hogere gezondheidsstatus?
‘’Als zuivelsector werken we bijvoorbeeld al jaren aan het uitbannen van de virussen IBR en BVD. Dit heeft nogal wat voordelen als het gaat om de diergezondheid. Een uitbraak van deze virussen zorgt namelijk voor het verlagen van de weerstand van de veestapel. Hierdoor kunnen andere gezondheidsproblemen eenvoudig de kop opsteken, waardoor veehouders hun dieren sneller moeten behandelen met diergeneesmiddelen, zoals antibioticum. Bovendien heeft een uitbraak ook enorme gevolgen voor de export. Door de inzet van verschillende (verplichte) gezondheidsprogramma’s werkt de melkveehouderij al jaren aan een gerichte aanpak van zowel IBR als BVD met als doel het realiseren van een IBR en BVD-vrije Nederlandse veestapel. Daarvoor is het belangrijk dat nu ook de andere rundersectoren, de kalverhouderij en de vleesveesector, stappen gaan zetten om dit landelijke doel te bereiken. Een gezonde veestapel produceert beter en efficiënter en betekent bovendien minder gebruik van diergeneesmiddelen.’’
Hoe worden de plannen vanuit het routeplan zichtbaar in de praktijk?
‘’Een mooi voorbeeld is dat vanaf 1 januari 2024 kalverhouders alleen Nederlandse kalveren mogen opzetten die geen BVD-drager zijn, en geen kalveren importeren uit BVD-risico landen. Dit is een mooie stap in de richting om samen te komen tot een BVD-vrije veestapel. Deze nieuwe eis wordt toegevoegd aan het Kalf Volg Systeem. Zo bouwen we samen verder aan een hogere gezondheidsstatus in Nederland.’’
Met deze kennis hebben we samen nieuwe doelen voor de toekomst geformuleerd.
Voedselveiligheid maakt een belangrijk onderdeel uit van dit plan?
‘’Het routeplan levert een belangrijke bijdrage aan de voedselveiligheid. Door het toepassen van het Kalf Volg Systeem is de gehele keten transparant en kunnen zowel de melkveehouders als de kalverhouders aantonen hoe zij kwalitatief goed en veilige melk- en vleesproducten produceren. Ze hebben naast dierenwelzijn, diergezondheid en voedselveiligheid, ook oog voor de andere maatschappelijke vraagstukken op het gebied van klimaat, bodem, water, biodiversiteit. Binnen het routeplan hebben we het vooral over voedselveiligheid, maar een ander belangrijk thema de komende jaren is wat mij betreft voedselzekerheid.’’
Waarom moet voedselzekerheid volgens jou op de agenda?
‘’Het is natuurlijk bizar dat we als Europa wel doelstellingen hebben op het gebied van klimaat, natuur, stikstof en voedselveiligheid, maar niet als het gaat om voedselzekerheid of de graad van zelfvoorzienendheid. Als Europa beschikken we nu al niet over voldoende eigen geteeld voedsel. Als we tijdens het werken aan die eerste doelen het effect op voedselproductie niet in de gaten houden, wordt de afhankelijkheid van anderen voor ons voedsel alleen maar groter. De Nederlandse melkveehouderij en kalverhouderij kunnen in het zelfvoorzienend zijn van Europa zeker een belangrijke rol in spelen. Dierlijke eiwitten blijven hoogwaardige voedingsstoffen, die een essentieel onderdeel uit maken van een gezond voedingspatroon. Nederland heeft veel kennis en ervaring op het gebied van de productie van melk en vlees en we zullen in de toekomst zeker een belangrijke bijdrage blijven leveren aan een duurzame, verantwoorde en veilige voedselproductie.’’